maandag 26 maart 2018

Omboeken


 Ik herinner me een boek waarin de auteur (Philip Roth?) het verhaal vertelt van een man die een Amerikaanse roman schrijft die alle andere Amerikaanse romans overbodig maakt. Zoiets is natuurlijk een spannende gedachte: stel dat de poging slaagt. Dan zou een hele beroepsgroep op kunnen houden, om zich vervolgens voor omscholing aan te melden. Bovendien zou de succesvolle auteur zich weinig geliefd maken ik de branche. Zeker in de huidige tijd waarin bijvoorbeeld uitgevers het al moeilijk genoeg hebben in het ontlezende e-bookstijdperk. Terwijl zij als werkpaarden een kar over modderige wegen trekken, komt er opeens een mevrouw of meneer aanzetten die het sublieme weet aan te raken waarmee alle volgende literatuur gebroddel lijkt.
Nee, die persoon kan zich beter onvindbaar onder een steen terugtrekken. Overigens is die grote roman er niet gekomen.

Ook is er een oude film uit mijn jeugdjaren waarin een uitvinder een onverslijtbaar soort wol ontwikkelt. De kleding uit die geweldige stof vervaardigd, gaat een leven lang mee. Iedereen is enthousiast. Ik ook: mijn pa leidde op dat moment een groot confectieatelier.

Er ontstaat een run op met name de herenpakken. Tot de gevolgen van ‘onverslijtbaar’ duidelijk worden en het voortbestaan van heel de mode-industrie in de gevarenzone belandt. Dat laatste wil natuurlijk geen enkele in die branche werkzame fabrikant, ontwerper of modiste en dus krijgt de uitvinder op een dag een stel huurmoordenaars achter zich aan.

Boeken en films. In het echte leven echter is het voor de mensensoort moeilijk om de perfectie te bereiken. Desondanks houden we - dankzij deze incompetentie dus - het proces op gang waarin we de perfectie gewoon blijven nastreven. Kortweg: ons altijd aanwezige onvermogen leidt tot het vermogen om constant bezig te blijven. (Lees die zin nog maar ‘s ’n keertje.)

Met die wetenschap in het achterhoofd is het bijna niet te geloven dat we het bestaan van de imperfectie niet gewoonweg accepteren. Dat maakt het leven eenvoudiger. Toch kiezen we voor het tegenovergestelde en weigeren in toenemende mate om ons met de alledaagse realiteit van die onvolkomenheid te verzoenen. Liever willen we - bijvoorbeeld als het te koud of te nat is - iemand de schuld van iets kunnen geven. Dat het lot een bepalende factor van betekenis is, weigeren we te aanvaarden. Vorige maand nog stonden supporters bij het thuisstadion de spelersbus op te wachten nadat hun club ‘uit’ verloren had. Niet uit meegevoel: uit boosheid. We zijn permanent boos. Het blijkt gewoonweg heerlijk om steeds opnieuw over iets boos te kunnen zijn. Het is moeilijk om verantwoordelijkheid te nemen voor je lot, ook al heb je dat niet zelf gekozen. Dus is het de ander die de schuld krijgt, bijvoorbeeld de politiek. Populisme groeit als kool op deze voedingsbodem.

Op het vliegveld Tenerife Sur wachten we op onze vlucht naar Eindhoven. Verhalen van andere wachtenden klinken om ons heen. Een koppel heeft een eerder toestel gemist en nu gaat het duo dan met ons mee. Om hier te komen, moesten ze eerst met de boot van La Gomera overvaren. Tja, en dat schip vertrok te laat, waarop de vrouwelijke helft naar Transavia belde met de vraag ‘hoe lossen we dit op’? Nou, dat viel wel zwaar tegen, want er bleek weinig op te lossen. De vlucht tegenhouden was geen optie. Wat dan? Omboeken, mevrouw. Nou ja, niks voor niks natuurlijk. Nee, dat viel toch wel tegen van Transavia.

Achter ons stijgen op meewarige toon instemmende geluiden op rond het tweetal. Waarna het gesprek onvermijdelijk op de storm van een paar dagen geleden komt. En op de wind vandaag. ‘Nou, en daardoor had onze boot dus niet op tijd kunnen vertrekken’, riep de overgestoken mevrouw.

Jammer dat Transavia niet ook bij het weer aan de omboekknoppen zit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten