
Na het ontbijt (buiten in de zon) lopen we nog
even door de Pousada Convento Beja. Net iets voorbij onze kamer (een omgebouwde
cel van de Minderbroeders) ligt links een grote hal. Ideaal voor een
presentatie, lijkt me.
Uiteraard is er ook een kapel en een flinke tuin. De
oudste vermeldingen over de aanwezigheid van het klooster dateren van 1268. Na
de opheffing van de ordes, in dit geval die der Franciscanen, trok het
hoofdkwartier van de infanterie in het lege gebouw,
Vervolgens gaan we Beja (bee-zje) in. Het
stadje is door Julius Caesar zelve gesticht in 48 v. Chr. als Pax Julia.
Grappig dat een veroveraar het woord ‘vrede’ gebruikt.
Als we door de hoofdstraat lopen, zien we
kleine bruidjes. Communicantjes? Op maandagmorgen? Bovendien zijn ze iets te
jong. De trotse vader van een van de deelneemstertjes legt een en ander uit.
Het is het feest van de Maias (As Maias de Beja); een traditie die teruggaat op
de Romeinse tijd. De lente wordt gevierd. Nu kiest elke straat een Maia. De
kandidaten (op foto onherkenbaar gemaakt) zitten op een troon, omgeven met
bloemen en palmtakken die verwijzen naar die lente en naar de vruchtbaarheid
van het land.
De temperatuur is met 22°C aangenaam. (In de
zomer is Beja regelmatig de warmste plek van Portugal.) Een fris briesje
begeleidt ons. Het bovenste deel rond de vesting oogt het meest interessant. De
toren van het middeleeuwse fort is al van een afstand te zien.
Een vrouw die
haar hond uitlaat, wijst zonder woorden naar links. Kennelijk moeten we door
een poort naar een pleintje. Daaraan ligt een kapel. Deze blijkt te behoren bij
het Santa Casa de Misericórdia de Beja, een gasthuis dat eind 15de
eeuw ontstond. Religieuzen en leken maakten er werk van de zorg voor armen,
leprozen en andere behoeftigen.
De Capela de Nossa Senhora de Piedade heeft een
met bladgoud versierd barok interieur. De dame die er ‘op de ontvangst staat’,
geeft aan dat een stichting het werk van de stichters voortzet.

Bij de pousada halen we de auto op, doen
onderweg inkopen voor de lunch en gaan richting tolweg.
Als we de grens met de
Algarve gepasseerd zijn, neemt richting kust het aantal reclameborden toe: voor
een dierentuin, een waterparadijs, een makelaar in luxe onderkomens. Gelet op
de huizen in het heuvelende landschap hebben de nodige lieden hier boven Faro hun
makelaar weten te vinden. Het boerenlandkarakter heeft plaats gemaakt voor een
sfeertje dat direct met ontspanning, vakantie en misschien ook luxe in verband
gebracht kan worden.
Tegen 16.00 uur arriveren we bij Estoi, waar
we een weg met kleine kasseien oprijden richting het laatste onderkomen van
deze trip. Twee nachten zullen we verblijven in Pousada Palácio de Estoi. Vanaf
ons balkon zien we aan de horizon de zee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten