zondag 26 mei 2019

Dagboek Portugal (7); een oud lenteritueel


20/05
Na het ontbijt (buiten in de zon) lopen we nog even door de Pousada Convento Beja. Net iets voorbij onze kamer (een omgebouwde cel van de Minderbroeders) ligt links een grote hal. Ideaal voor een presentatie, lijkt me.

Uiteraard is er ook een kapel en een flinke tuin. De oudste vermeldingen over de aanwezigheid van het klooster dateren van 1268. Na de opheffing van de ordes, in dit geval die der Franciscanen, trok het hoofdkwartier van de infanterie in het lege gebouw,

Vervolgens gaan we Beja (bee-zje) in. Het stadje is door Julius Caesar zelve gesticht in 48 v. Chr. als Pax Julia. Grappig dat een veroveraar het woord ‘vrede’ gebruikt.

Als we door de hoofdstraat lopen, zien we kleine bruidjes. Communicantjes? Op maandagmorgen? Bovendien zijn ze iets te jong. De trotse vader van een van de deelneemstertjes legt een en ander uit.

Het is het feest van de Maias (As Maias de Beja); een traditie die teruggaat op de Romeinse tijd. De lente wordt gevierd. Nu kiest elke straat een Maia. De kandidaten (op foto onherkenbaar gemaakt) zitten op een troon, omgeven met bloemen en palmtakken die verwijzen naar die lente en naar de vruchtbaarheid van het land.

De temperatuur is met 22°C aangenaam. (In de zomer is Beja regelmatig de warmste plek van Portugal.) Een fris briesje begeleidt ons. Het bovenste deel rond de vesting oogt het meest interessant. De toren van het middeleeuwse fort is al van een afstand te zien.

Een vrouw die haar hond uitlaat, wijst zonder woorden naar links. Kennelijk moeten we door een poort naar een pleintje. Daaraan ligt een kapel. Deze blijkt te behoren bij het Santa Casa de Misericórdia de Beja, een gasthuis dat eind 15de eeuw ontstond. Religieuzen en leken maakten er werk van de zorg voor armen, leprozen en andere behoeftigen.

De Capela de Nossa Senhora de Piedade heeft een met bladgoud versierd barok interieur. De dame die er ‘op de ontvangst staat’, geeft aan dat een stichting het werk van de stichters voortzet.

Het is nu niet ver van het middeleeuwse kasteel. De restauratie is (recentelijk) uitgevoerd met een bijdrage van de EG. We beklimmen de toren en 152 stenen treden later hebben we een mooi uitzicht over de witte hooggelegen stad.

Bij de pousada halen we de auto op, doen onderweg inkopen voor de lunch en gaan richting tolweg.

Als we de grens met de Algarve gepasseerd zijn, neemt richting kust het aantal reclameborden toe: voor een dierentuin, een waterparadijs, een makelaar in luxe onderkomens. Gelet op de huizen in het heuvelende landschap hebben de nodige lieden hier boven Faro hun makelaar weten te vinden. Het boerenlandkarakter heeft plaats gemaakt voor een sfeertje dat direct met ontspanning, vakantie en misschien ook luxe in verband gebracht kan worden.

Tegen 16.00 uur arriveren we bij Estoi, waar we een weg met kleine kasseien oprijden richting het laatste onderkomen van deze trip. Twee nachten zullen we verblijven in Pousada Palácio de Estoi. Vanaf ons balkon zien we aan de horizon de zee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten