zondag 5 mei 2019

Droomland


Deze tekst stond op 5 mei 2019 als Column in de rubriek ´Onder de Boschboom´ van de Bossche Omroep 

Sinds Pasen ligt er een nieuw tafellaken onder onze ontbijtborden. Het oude linnen geval kreeg rafelrandjes. Als eigentijds voorstander van hergebruik nam ik het sleetse kleed mee naar de nieuwe Bossche stadstuin. ‘Daktuin’ is beter: de ‘groene oase’ bevindt zich namelijk op het bovenste dek van parkeergarage De Wolvenhoek. Een troosteloos punt. Ik heb daar het laken over de enige tafel gelegd.

Die stadstuin heeft de afmeting van een aantal tafellakens. Er zijn wel 10 parkeerplaatsen voor opgeofferd: tel uit je winst. Zo´n daktuin van deze afmeting doet me eerder aan een platje denken. Ik voelde iets van plaatsvervangende schaamte: een trefpunt van postzegelgrootte in de Cultuurstad van het Zuiden. Beknibbelaars.

Zo´n kansrijke troosteloze plek heet sinds het ‘stadsdebat’ van 27 maart jl. een ´rafelrandje´. Voor cultuurminnaars een plek bij uitstek voor stadsvernieuwing. Innovatieve zustersteden Tilburg en Eindhoven zaten na de neergang als respectievelijk textiel- en industriestad opgescheept met winkelhaken en gaten. Zoiets triests inspireerde bestuur en bevolking tot gezamenlijke initiatieven. Inmiddels heeft de directeur van Babel het Bossche bestuur uitgedaagd om van dit fusiehuis iets te maken dat zo spraakmakend wordt als de Tilburgse LocHal. Ze durft.

Wie dat Tilburgse ontmoetingscentrum bezocht heeft, weet dat de Babelplannen gaan verdwalen in een spraakverwarrend debat. Den Bosch is een soortement Doornroosje. Mooi, ingeslapen, niet wakker te krijgen. Zelfs niet met ‘Er was eens …’ over Tilburg of Eindhoven. Of Veghel.

Ja Veghel. Met zijn rafelkade. Daar kwam een succesvol cultuurnest dankzij de ideeën van bevolking en bestuur. Niet echt verrassend dus, dat tijdens genoemde debatavond onze cultuurschepen de vraag kreeg naar de toekomst van onze Tramkade. Evenmin opzienbarend was zijn opgetekende reactie: ‘Eind van dit jaar komt er een kader over hoe wij om denken te gaan met dit gebied. Daar hoort ook cultuur bij. De Tramkade is een hotspot die we koesteren, maar in welke hoedanigheid weten we nog niet’. Hiermee heeft Mike van der Geld geschiedenis geschreven. Vooral met dat laatste visionaire zinnetje.

‘We’ verwijst natuurlijk naar ‘Wij van Markt 1’. Niet naar ‘Wij Bosschenaren’. Die worden ingeschakeld voor wat kanttekeningen als het ‘kader’ in ambtelijke kringen van de schaafbank komt. Eigenlijk ligt alles dan dus al vast.

In mijn fantasie reed de wethouder na het debat op de fiets naar zijn huis aan een rafelrand van de stad. Tevreden over het feit dat hij de Tramkade dus mooi geparkeerd had. Toen kwam de twijfel: ‘Een kader geeft ook grenzen aan. Beknibbelend. Het plan moet juist een venster bieden. Grensoverschrijdend zijn. Op een lonkend perspectief uitkijken. Bosch Droomland, dat had ik moeten zeggen. Niks kader!’

Dit soort inzichten ontstaat echter pas in het heldere licht van de kennis achteraf. Het kan dus nog anders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten