vrijdag 3 augustus 2018

Dwars door Spanje (10); olierijk Jaén


Na een week (op drie verschillende adressen) in de omgeving van Ardales, gaan we op weg van Carratraca naar Cuenca. Onderweg zullen we twee nachten in Jaén verblijven. We rijden door heuvels met graanvelden en olijfgaarden naar heuvels met uitsluitend olijfgaarden. 

Bijna direct na aankomst koersen we in de namiddag van 28 juni van het hotel naar de stad. Daar willen we 
in het Centro Cultural ‘Baños Árabes’, met name het Arabische badhuis bezoeken. 

Jaén kende een Arabische aanwezigheid van meer dan vijf eeuwen. Na de moeizame herovering in 1246 door koning Fernando III van Castilië en León kreeg ‘de sauna’ een andere bestemming. Op enig moment tegen 1600 raakte het badhuis ‘overbouwd’. Pas in 1913 werd het in de kelder herondekt. Er volgde een restauratie die in 1936 begon en pas ver na de Spaanse burgeroorlog werd afgerond in 1984. Sindsdien is de (mogelijk) grootste sauna uit die tijd weer zichtbaar. Het is een prachtig geheel. 

We bezoeken de vele zalen ‘boven’ die gewijd zijn aan de provinciale historie van ‘ruraal’ Jaén. Op een groot terras krijgen we een prachtig uitzicht over de stad. Beneden oefent een flamencogezelschap (uit Cuba nota bene) voor een optreden die avond om 22.00 uur. 

Terug in het gebouw gaan we naar een ruimte op de begane grond met een tijdelijke tentoonstelling over het Spaanse leger. En wat denk je? Één schilderij verwijst naar de rondtrekkende expo rond de ‘Camino Español’, waarvoor ik wat jaren terug - evenals de Antwerpse schrijfster Lieve Bedeer - een aantal teksten in het Nederlands vertaalde voor gebruik in Brussel en Breda. Bovendien ontdekt mijn vrouw nog een afbeelding die verwijst naar het wonder van Empel 1585 waarover ik eerder publiceerde. Deze afbeelding is nieuw voor ons!
Na afloop eten we op aanwijzing van de jongedame achter de museumbalie bij restaurant La Espuela.

We klimmen door een donker Jaén richting auto. Beneden ligt de kathedraal in het ‘floodlight’. De binnenstad kent kronkelende nauwe straatjes waar op pleintjes jongelui zich vermaken met zang, onder begeleiding van ritmisch handengeklap: flamenco ‘en vivo’.

De volgende morgen bezoeken we de kathedraal van Jaén. Het enorme gebouw in barokstijl is de opvolger van een gotische voorganger die na de Reconquista op de plek kwam van de voormalige moskee. Aan de hand van een audio-uitleg wordt het een interessante toer.

We gaan op weg naar een volgende kerk en staan ter hoogte van restaurant La Espuela even stil bij een ‘olioteca’. Dan toch wat lokale olijfolie kopen als souvenir? Uiteindelijk brengen we er een uur door, rondgeleid door de eigenaar. Hierbij vallen alle olijfoliewinkels die ik in Nederland kent, alleen al in Den Bosch heb je d’r een aantal, in het niet. In Spanje staan 260 soorten olijfolie geregistreerd. Jaén is de olijfoliehoofdstad van de wereld. In de branche moet de Expoliva een begrip zijn. 

Het wordt een ware ‘cata de aceite’, een olijfolieproeverij waarbij de regionale ‘oliva pical’ centraal staat. Niet zoals ik verwacht had met stukjes wittebrood die gesopt worden; nee, voor elke nieuwe variant pakken we een volgend plastic lepeltje. Het smaakpaneel blijkt bijzonder groot.

In Manzanares hebben we tijdens de kleine ‘cata de queso’ begrepen dat je kaas kunt waarderen zoals je bij wijn te werk gaat. Hetzelfde gebeurt door de keurders van de olijfolie. Ook hier zijn op het uiteindelijke resultaat zaken als de boomsoort, de leeftijd, de hoogte van het terrein, de samenstelling van de grond en de bereidingswijze van belang.

De meest opmerkelijke bijdrage in het assortiment is olie bereid uit olijven die op de eerste oogstdag in september met de hand geplukt zijn voor zonsopkomst. Dit onder gecertificeerd notarieel toezicht.
Vervolgens proeven we een reeks jams waarin olijfolie verwerkt zit. Makkelijk, want op de tostada’s bij het ontbijt kun je achtereenvolgens zowel olie en jam doen. Kan nu in een keer. We vinden het een delicatesse.

We slaan van de olie en de jams een voorraad in voor thuis. Bij de kassa stel ik, na mijn inleidend excuus ‘ik ben een nieuwsgierige vent’, de vraag ‘Is dit uw beroep, hobby of een combinatie van beide zaken?’ Hierop volgt een CV 47 jaar dat zicht geeft op werk, studie, (internationale culturele) activiteiten, landspolitiek etc. Hij is 62 en wil van deze ‘olioteca’ - jong initiatief - een ontmoetingsplek maken die meer kennis verschaft over wat al snel ‘olijfolie’ genoemd wordt. Bij ons lijkt zijn missie volkomen geslaagd. Hij vraagt ons deze kennis mee uit te dragen. ‘Mijn naam is Rafaël’. We betalen en nemen als oude kennissen afscheid van elkaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten