Na de siësta op zaterdagmiddag 23 juni, als de grootse hitte uit de lucht is, lopen we langs de Calle de Málaga omhoog verder het dorp in. Er moeten nodig lucifers gekocht worden. De pitten van het gasfornuis floepen alleen aan wanneer er een vlammetje boven gehouden wordt.
De straat waarin een mini-supertje verstopt zit, bezit de nodige allure. Er
staat zelfs een vijfsterrenspa. En dit dorp zou aan de beademing liggen?
Mijn vrouw stapt een imposante glazen deur binnen. Ik bezie buiten de
imponerende gevel. Even later wordt er vanachter de spiegelende ruiten
druk gezwaaid: we kunnen het waterpaleis gaan bezichtigen. Ik zeg de man achter
de balie dat de aanwezigheid van dit riante oord mij verrast en me dwingt mijn
(eerste) indruk van dit dorp bij te stellen.
Een in het wit geklede assistente stelt zich voor en neemt ons mee voor een
rondleiding. Nederlanders? Jazeker. Welnu, haar collega die boven is, heet
Madelief en komt uit ... inderdaad.
Onze jonge landgenote kwam tijdens een stage in deze spa terecht en besloot
er na haar opleiding te gaan werken. Ze neemt ons verder mee. En vertelt.
De bron van het naar zwavel ruikende water ligt net achter het hotel. De
Romeinen maakten er al gebruik van. Veel later ook de bewoners van dit dorp.
Toen ‘het bad’ in handen kwam van een hotel uit Marbella, konden ze er niet
langer voor een tientje terecht. Het werd een exclusieve gelegenheid. Later
zouden we in het dorp verhalen horen over deze aankoop. Met vermoedens van
corruptie en witwassen.
Tijdens de rondleiding krijgen we een goed idee van de waterbehandeling die
je hier kunt ondergaan. Weldadig voor lieden met bijvoorbeeld osteoporose
en reuma. Zijn we toch zomaar doelgroep.
Prachtige dompelbaden in een neo-Romeins decor. We drinken een glas naar
eieren ruikend water rechtstreeks uit de bron. Dorpelingen komen er dus niet
meer. Op het moment dat wij er rondlopen, zijn er ook geen andere gasten te
zien. We horen dat Carratraca tot wat jaren terug ‘swingender’ was. Met een
casino, nachtclub en discotheek, bijvoorbeeld. Niet dat wij daarop zitten te
wachten; ook die ‘magneten’ zijn er niet meer. Het dorp verschraalt inderdaad.
Huizen staan te koop en die zijn relatief duur. Binnen de wet die het uiterlijk
van dit witte dorp moet beschermen, mag er namelijk geen nieuwbouw
plaatsvinden.
Vanuit het hoogste terras van de spa kijken we over de rode daken van het
witte dorpje.
Daarna - voorzien van de nodige info - nemen we onder dankzegging afscheid
van Madelief.
We zetten onze wandeling door het dorp voort en passeren daarbij een
kolossaal gebouw in neo-mudéjarstijl. Het oogt dus Arabisch. Nu huisvest het
gebouw gemeentehuis en VVV. Het werd als zomerresidentie neergezet door mevrouw
Doña Trinidad Grund. Dezelfde dame als van de Cueva de Ardales gisteren. Het uitzicht bij dat voormalige zomerhuis op het dal is groots.
We komen uit bij restaurant El Punto. Waar we uitstekend eten, en de jonge
dame die ons op onderhoudende wijze bedient, me met enige regelmaat onder het
kletsen in de schouder komt knijpen.
Waarom ik deze 'handtastelijkheden' zo nadrukkelijk moet vermelden in deze en
de voorgaande blog? Ik converseer namelijk ook zo. Nog van mijn moeder geleerd.
En ik heb de laatste tijd het gevoel dat ik in Nederland niet meer vrijuit kan
spreken. Hier dus nog wel. Contact maken. Letterlijk.
Ik ga afrekenen. Inmiddels zit het terras vol localo’s: op tv staan de
WK-voetbalteams van Duitsland en Zweden met 1 - 1 gelijk. Eerder had de jonge
dame die nu de rekening opmaakt, me een aantal keren ‘caballero’ genoemd, een
normale aanspreektitel in Spanje voor een ‘heer’. Op enig moment was ik over de
associatie met dat sigarettenmerk begonnen, waarop ze reageerde met ‘Mijn vader
zei altijd: ruiter zonder paard’.
Ze legt de rekening neer terwijl ze haar pa nogmaals citeert. Ik antwoord
met ‘Dit is de mop van de dag!’ Ze lacht zo klaterend dat slechts de toonbank
tussen ons me ervan kan weerhouden om haar uitbundig in beide schouders te
knijpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten