26/03 Vannacht heeft het geregend. De zon komt door als we beginnen aan de
langste rit van deze raodtrip: het traject van Gatlinburg Tennessee naar Charleston
Zuid-Carolina. De Smoky Mountains doen hun naam alle eer aan: ze roken
doordat de wolken over de toppen scheren.
Het eerste deel van de route gaat al snel slingerend omhoog, op weg naar de
highway. Bos, beek, spaarzame bebouwing. Tussen de bijna-haarspeldbochten missen
een vage afslag naar links en komen uiteindelijk via een halfverharde weg weer op het 'rechte pad'. Bij de
entree van Noord-Carolina vallen er buien; fikse, bij tijden; er wordt
voorzichtig gereden. Mist komt opzetten, om snel weer op te trekken. Bij
Zuid-Carolina wordt de lucht blauw en in de buurt van Charleston is het subtropische
karakter dat er tot New Orleans was, weer helemaal aanwezig. De bomen staan in
blad, we zien opnieuw de baarden van Spaans mos en langs de weg staan weer palmbomen.
Wat tot nu toe elke dag een rode draad vormt, is de diversiteit aan kerken
die we passeren. In de (echte) steden zijn ze van steen en kennen ze
torens die zonder meer geïnspireerd lijken door de Normandische voorbeelden waarmee
Engeland vol staat. De meeste andere gebedshuizen zijn van hout, kennen een
uiteenlopende architectuur en dragen een variatie aan namen. Regelmatig staat
erbij dat het om tempels van Baptisten of Methodisten gaat. We zien dagelijks
ook borden langs de weg met religiegebonden teksten. Als eerder gezegd: we
bevinden ons in de Bible Belt.
We bereiken de buitenwijken van Charleston. We passeren de nodige bruggen. Opnieuw wordt in brede waterlopen gegrossierd. Het
hotel staat in de delta die gevormd wordt door de Wando, Cooper, Ashley en
Stono River. Het hoge gebouw heeft iets weg van de geribbelde vorm waarin vroeger een
busbrood gebakken werd (bestaat dat nog?). Het verbaast me dat er een bouwvergunning afgegeven is voor
deze plek, precies tussen twee bruggen. Wellicht gelden hier andere regels. Hoe
dan ook, vanuit onze kamer op de 12de verdieping hebben we een fantastisch uitzicht
op de Ashley River en downtown Charleston aan de overkant van het water.
Als de koffers op de kamer staan, wil ik de brug waarover we zojuist reden,
te voet oversteken. Van boven is een voetpad te zien. Als ik voor de inrit sta,
zie ik een bord met 'verboden toegang'. Ik loop terug en vraag aan de chauffeur
van de hotelshuttle of dat verbod ook voor voetgangers geldt. Niet dus, en hij
ziet wel eens mensen lopen op het smalle trottoir. Tot twee keer toe adviseert
hij me met klem het niet te doen: 'For your own safety'. Hij zal het niet voor
niks zeggen, denk ik. Dan maar morgen met de wagen. Of de shuttle.
Charleston is wereldwijd bekend vanwege de swingende dans die zowat
een eeuw geleden beroemd werd. Mijn kennis van de stad waarop ik nu uitkijk,
reikt niet verder dan dit feit. In het fort Sumter - midden in de baai - begon
de Amerikaanse Burgeroorlog, staat in de snel erbij gehaalde informatie van de reisorganisatie. En
terwijl ik dit (gezeten voor het panoramaraam van de hotelkamer) schrijf, wordt in de Ashley River de werking van de vloed zichtbaar.
Met de lift van de twaalfde naar de veertiende verdieping is een peulenschil:
het tussenliggende getal hebben ze gewoon overgeslagen. Niet gedacht dat dit
nog zou bestaan. Voor de zekerheid heb ik een paar uur geleden een tafel gereserveerd in het hoog
gelegen restaurant. Mister Harry B., heb ik laten noteren. Uit ervaring weten
we dat mijn achternaam hier in de administratie moeilijk terug te vinden is.
Meestal staan we onder de V; soms onder de B. Tijdens deze tocht zijn we ons in
elk volgende hotel als ‘Henricus’ gaan melden. Werkt prima; zo gevonden.
Na enig overleg met de bediening (de ‘catch of the day’ is op) bestellen we gegrilde zalm. En die blijkt volgens de regels der kunst bereid te zijn. Terwijl we met smaak zitten te eten, verliezen we ons in het uitzicht. De duisternis is gevallen en buiten strijden de lichtjes van de stad om voorrang. Ik app mijn nichtje in San Diego bij wie we in 1999 - vanwege haar uitzicht daar - deze term voor het eerst hoorden: ‘We’ve got our own million dollar view’.
Na enig overleg met de bediening (de ‘catch of the day’ is op) bestellen we gegrilde zalm. En die blijkt volgens de regels der kunst bereid te zijn. Terwijl we met smaak zitten te eten, verliezen we ons in het uitzicht. De duisternis is gevallen en buiten strijden de lichtjes van de stad om voorrang. Ik app mijn nichtje in San Diego bij wie we in 1999 - vanwege haar uitzicht daar - deze term voor het eerst hoorden: ‘We’ve got our own million dollar view’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten