donderdag 6 april 2017

Dagboek VS (8); 99

23/03  'Aa heev maa tieebèègs oovehiee' ('I have my teabags overhere'). Vicksburg, Mississippi. De mevrouw gaat ons voor naar de ruimte waar we ons ontbijt kunnen samenstellen; het Amerikaans-Engels om ons heen heeft inmiddels lang aangehouden klinkers gekregen. Gisteren moest ik in een winkel zelfs vragen om een zin te herhalen. Dit moet beslist lijken op wat mijn buitenlandse familieleden ervaren die thuis Nederlands hebben geleerd en op vakantie in Maastricht boodschappen gaan doen. Of in Heerenveen.

Vicksburg staat bekend om het ‘National Military Park’, een openluchtmuseum rond de slag om die stad in het voorjaar van 1863 tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). Die interne strijd ging om meer dan de afschaffing van de slavernij, zoals ik altijd gedacht had. Er waren ook economische tegenstellingen: de kleine boeren uit het noorden versus de grote en rijke planters uit het zuiden, de sterke industrie uit het noorden en het minder ontwikkelde zuiden. Zuidelijke staten gingen de Confederatie vormen en de noordelijke de Unie (United States).

Het museum maakt met een uitstekende inleidende film de situatie in Vicksburg duidelijk: de Unie trekt op over de Mississippi en de Confederatie verschanst zich op de hoogtes achter de stad. Een aanval over het water - compleet met gepantserde kanonneerboten - loopt vast, dus moet de strijd op het land geleverd worden. Uiteindelijk behaalt de Unie een pyrrusoverwinning. Met de auto volgen we het lange traject langs de stellingen van toen.

Op de heenweg zijn er blauwe borden die de linies van de Unie aangeven en op de terugweg rode voor de Confederatie. Heuvels moesten per stormloop genomen zien te worden, waarbij de verdediging moordend was. Met de aanwezige aanwijzingen is een beeld van de strijd die toen gevoerd werd, gemakkelijk op te roepen. Na de capitulatie op 4 juni 1863 was de hele Mississippi in handen van de noordelijken, die hiermee een belangrijke vervoersader in handen hadden gekregen, én het gebied der zuidelijken in tweeën hadden verdeeld.

We trekken weer verder en onderweg zien we regelmatig verwijzingen naar de 'Natchez Trace', oorspronkelijk een pad, hier nu een (parallel) Park Highway, waarover we in de buurt van Vicksburg met een stukje rijden. Het oude pad, waarvan gedeeltes ook als wandelroute in ere hersteld zijn, is 715 km lang en loopt van Natchez Mississippi (een naam die naar een indianenstam verwijst) naar Nashville Tennessee. Het verbindt de rivieren Mississippi en Cumberland River. Voor de uitvinding van de stoomboot, konden houten schepen alleen met de stroom mee over de Mississippi richting zuiden. Eenmaal daar met de vracht aangekomen, werd het vaartuig om zijn hout verkocht en ging de bemanning terug naar het noorden; langs het eeuwenoude Natchezpad.

Langzaamaan komen we in een gebied waar de lente zich in een priller stadium bevindt. Het uitbundige jonge groen aan de loofbomen maakt plaats voor een beginnende groene waas. De lucht is onverminderd blauw en tegen 15.00 uur komen we aan bij ons hotel in Memphis. Een uur later steken we de straat over voor een slentertocht bij warm weer langs de voormalige ‘landing’: de plaats waar vroeger de boten afmeerden om hun lading te lossen. In het Infocentrum lezen we over de betekenis van Memphis tijdens de Burgeroorlog. 

In hetzelfde gebouw maken beelden van B.B. King en Elvis Presley duidelijk waar we zijn. Op het 'Mud Island' in het midden van de stroom liggen allerlei bezienswaardigheden opgeslagen.

Wij wandelen verder om op het hoge deel van het goed bezochte park te genieten van een prachtige zonsondergang boven de Mississippi. Op de terugweg naar het hotel ontsteken de koetsjes die ons passeren hun 'kerst'verlichting.

In New Orleans ontmoetten we afgelopen dinsdag tijdens de lunch een Nederlands koppel uit Zuid-Limburg. Op advies van de dames gaan we ‘s avonds eten bij de B.B. King's Blues Club. Telefonisch reserveren was niet meer mogelijk: we moesten gewoon langskomen. Na tien minuten in de rij (plus een tientje voor het live entertainment) krijgen we een volgnummer in de vorm van een soortement afstandsbediening. Als daarin na weer tien minuten lichtjes gaan flikkeren, brengt een jongedame ons naar een tafel op het balkon met eersteklas zicht op het toneel waarop zich een bandje installeert. Als de muziek speelt, geeft mijn vrouw onze bestelling met gebarentaal door. Vervolgens genieten we een uur lang van het swingende optreden door de muzikanten die zich presenteren als de B.B. King’s Club All*Stars. Met name het aandeel van drummer en sologitarist maakt indruk op me. Ondertussen arriveert ons eten dat uitstekend smaakt. Prachttent.

Daarna lopen we nog de Beale Street door om vervolgens door de zwoele avond terug te kuieren naar het hotel. Ik bel mijn neefje in Houston, met wie ik drie kwartier 'de toestand in de wereld' doorneem.

'Heb je al slepend leren spreken?', is de afsluitende vraag uit Houston. Mijn antwoord is gauw gevonden: 'Aa heev maa tieebèègs oovehiee. Naantie-naan (ninety-nine)'.

Morgen richting Nashville.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten