21/03 Er rijden verschillend gekleurde trolleys door New Orleans, en wij pikken
de groene op, want die komt die via de lange Saint Charles Avenue voorbij het
Garden District. In die wijk stappen we uit om allereerst een bezoek te brengen aan het
Lafayette Cemetry. Het verhaal dat daarbij hoort, geeft het nodige zicht op de
recente geschiedenis van de stad. Wij volgen de route over de begraafplaats aan
de hand van een tekst die onder het kopje 'Self Guided Tours' op de iPad van
mijn vrouw staat.
De bovengrondse tombes die hier vanaf 1833 gebouwd werden, behoren aan
families of organisaties. Een groot aantal is of wordt gerestaureerd. Er blijken
hier veel personen te liggen die in de streek 'bekendheid' gekregen hebben
vanwege hun activiteiten binnen overheid, bedrijfsleven en leger. Of ze er echt
nog ‘liggen’, is de vraag. Omdat de bovenbouw in de volle zon ligt, werkt de
tombe als een oven waarin de resten snel vergaan. Wat na de verhitting nog overblijft,
verhuist een verdieping lager, waardoor er weer ruimte komt voor de volgende.
Duidelijk wordt, dat die behoefte aan ruimte in bepaalde periodes pieken
beleefde, want in bepaalde jaren stierf een flink aantal lieden aan gele koorts
en malaria. Van die laatste was lang onbekend dat een mug de dodelijke
koorts veroorzaakte. Bewoners uit de omliggende rijke wijk gingen er tot dat
moment van uit dat wanneer hun huizen apart stonden én omgeven werden door een
tuin, de hiermee geschapen hygiënische omstandigheden de malaria voorkwamen.
Het tegendeel bleek waar: in het vochtige groen gedijde de Anopheles stephensi
uitstekend. Het eerste middel om malaria te bestrijden, was kinine, een stof die in de 19de eeuw langzaam aan toepassing gaat vinden.
Mede om de veronderstelde preventieve werking van afstand en flora zijn prachtige, vrijstaande huizen
komen te staan in de groene wijk rond het kerkhof. Die woningen zijn gebouwd tussen
1832 en 1900 op de grond van een voormalige plantage en de huidige prijzen
variëren van een half tot 12 miljoen dollar. Een rustige en lommerrijke
omgeving; Sandra Bullock woont er ook.
Na de lunch bij het relaxte Still Perkin' gaan met de (volle) groene trolley weer terug,
tot bij de Mississippi. Op aanraden van mijn nichtje uit San Diego (CA) pakken
we het pontje naar de overkant. Daar blijkt het kleine Algiers Point meer dan
de moeite waard: alsof je terug stapt in de tijd. Volgens een bewoonster
(werkzaam in de glasblazerij) hanteert de buurt strenge regels voor het behoud
van het historische karakter. 'Point' heeft iets intiems; de (niet volumineuze) huizen en de aanwezige horeca creëren een knus geheel.
Algiers Point blijkt als goed geconserveerde en aantrekkelijke 'hoek' niet
echt representatief voor het veel omvangrijkere Algiers waarin veel problemen
van het leven in een grote stad het beeld bepalen. Over de herkomst van de naam
Algiers bestaan de nodige theorieën. De mooiste (en daarmee niet per se de
meest waarschijnlijke) is die waarin een soldaat terugkeert van de oorlog in
Noord-Afrika en roept: ‘Dit hier heet Algiers’.
Weer van boord aan de andere kant, ligt Le Vieux Carré op loopafstand; we
hebben er gisteren doorheen gelopen en houden het nu voor gezien. Moe van de
hele dag sjouwen in een steeds warmer wordende stad tippelen we via Gravier
richting hotel. Bij Baronne Street ga ik even uit de flank om bij de inmiddels
bekende Rouses een en ander in te slaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten