dinsdag 4 april 2017

Dagboek VS (6); Algiers

21/03  Er rijden verschillend gekleurde trolleys door New Orleans, en wij pikken de groene op, want die komt die via de lange Saint Charles Avenue voorbij het Garden DistrictIn die wijk stappen we uit om allereerst een bezoek te brengen aan het Lafayette Cemetry. Het verhaal dat daarbij hoort, geeft het nodige zicht op de recente geschiedenis van de stad. Wij volgen de route over de begraafplaats aan de hand van een tekst die onder het kopje 'Self Guided Tours' op de iPad van mijn vrouw staat. 

De bovengrondse tombes die hier vanaf 1833 gebouwd werden, behoren aan families of organisaties. Een groot aantal is of wordt gerestaureerd. Er blijken hier veel personen te liggen die in de streek 'bekendheid' gekregen hebben vanwege hun activiteiten binnen overheid, bedrijfsleven en leger. Of ze er echt nog ‘liggen’, is de vraag. Omdat de bovenbouw in de volle zon ligt, werkt de tombe als een oven waarin de resten snel vergaan. Wat na de verhitting nog overblijft, verhuist een verdieping lager, waardoor er weer ruimte komt voor de volgende.

Duidelijk wordt, dat die behoefte aan ruimte in bepaalde periodes pieken beleefde, want in bepaalde jaren stierf een flink aantal lieden aan gele koorts en malaria. Van die laatste was lang onbekend dat een mug de dodelijke koorts veroorzaakte. Bewoners uit de omliggende rijke wijk gingen er tot dat moment van uit dat wanneer hun huizen apart stonden én omgeven werden door een tuin, de hiermee geschapen hygiënische omstandigheden de malaria voorkwamen. Het tegendeel bleek waar: in het vochtige groen gedijde de Anopheles stephensi uitstekend. Het eerste middel om malaria te bestrijden, was kinine, een stof die in de 19de eeuw langzaam aan toepassing gaat vinden.

Mede om de veronderstelde preventieve werking van afstand en flora zijn prachtige, vrijstaande huizen komen te staan in de groene wijk rond het kerkhof. Die woningen zijn gebouwd tussen 1832 en 1900 op de grond van een voormalige plantage en de huidige prijzen variëren van een half tot 12 miljoen dollar. Een rustige en lommerrijke omgeving; Sandra Bullock woont er ook.

Na de lunch bij het relaxte Still Perkin' gaan met de (volle) groene trolley weer terug, tot bij de Mississippi. Op aanraden van mijn nichtje uit San Diego (CA) pakken we het pontje naar de overkant. Daar blijkt het kleine Algiers Point meer dan de moeite waard: alsof je terug stapt in de tijd. Volgens een bewoonster (werkzaam in de glasblazerij) hanteert de buurt strenge regels voor het behoud van het historische karakter. 'Point' heeft iets intiems; de (niet volumineuze) huizen en de aanwezige horeca creëren een knus geheel.

Algiers Point blijkt als goed geconserveerde en aantrekkelijke 'hoek' niet echt representatief voor het veel omvangrijkere Algiers waarin veel problemen van het leven in een grote stad het beeld bepalen. Over de herkomst van de naam Algiers bestaan de nodige theorieën. De mooiste (en daarmee niet per se de meest waarschijnlijke) is die waarin een soldaat terugkeert van de oorlog in Noord-Afrika en roept: ‘Dit hier heet Algiers’.

Weer van boord aan de andere kant, ligt Le Vieux Carré op loopafstand; we hebben er gisteren doorheen gelopen en houden het nu voor gezien. Moe van de hele dag sjouwen in een steeds warmer wordende stad tippelen we via Gravier richting hotel. Bij Baronne Street ga ik even uit de flank om bij de inmiddels bekende Rouses een en ander in te slaan. 

Sinds gisteren weten we dat Amerikanen graag een dna-test laten doen. Toen sprak een dame vol enthousiasme over de haar percentages Iers en Duits bloed. En vanmorgen troffen we bij de lobby een vrouw die een iets bontere achtergrond had waarin Zweedse en Duitse wortels overhand hadden. In beide gevallen waren er noch familieverhalen of -papieren noch archiefstukken geweest die in een bepaalde richting hadden kunnen wijzen. ‘Ik denk dat mijn Zweedse genen ervoor zorgen, dat ik - zodra dat kan - graag in de zon ga zitten’, zei die tweede vrouw. Dit in tegenstelling tot wat wij om ons heen zien: net zoals in Zuid-Europa zoeken de bewoners graag de schaduw op. Wij doen hier aan mee: het is maart, op deze hoogte steekt de zon en je verbrandt in een mum van tijd. Als er al een reden is om een ‘cap’ te dragen, dan is het wel om de werking van die gloeiende bol wat in de hand te houden. ‘Hoe is het hier in augustus?’, vraag ik bij de trolleyhalte. Uit het antwoord blijkt dat we een gunstige tijd gekozen hebben om hier rond te trekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten