maandag 10 april 2017

Dagboek VS (12a); Kinderkopjes & Hotel California in de bocht

27/03  (voor de middag) Opnieuw moet ik in dit waterrijke zuidoosten van de VS denken aan de inmiddels kaalgeciteerde regels van Hendrik Marsman, waarin hij 'denkend aan Holland, breede rivieren, traag door een oneindig landschap ziet gaan'. Het is deze tekst die, tijdens ons ontbijt op de bovenste verdieping van het hotel, meeloopt als ondertiteling aan de benedenzijde van het uitzicht op het in water gevatte Charleston. In hetzelfde restaurant hebben we gisterenavond lekker gegeten (perfect gegrilde zalm) en genoten van de 'million dollar view'. 

De historische stad is een klein eindje met de auto. Een parkeerplaats is snel gevonden bij een park vanwaar we langs het Colonial Lake wandelen. Op weg naar het French Quarter, pas vanaf 1973 zo genoemd vanwege de aanwezigheid daar van Franse hugenoten, spreken we met enkele voorbijgangers. 

Een trimmer: 'De hardlopers vind je nu vooral op de Ravenelbrug. De dikke Amerikanen zul je in deze stad in mindere mate aantreffen: er bestaat een verband tussen opleidingsniveau en leefgewoonten. Deze stad kent een hoge levensstandaard. Nederland? Ik was in Amsterdam; mijn volgende stad wordt Rotterdam'. Bewoners (leeftijdsgenoten) van de ... straat: 'We waren twee maanden in ons huis in Charlotte. In de tussentijd is het Colonial Lake gerestaureerd. Dat heeft het als doorstroomruimte laten afweten tijdens de storm Matthew, afgelopen oktober. Ook bij ons huis is water binnengekomen. Nou ja, hebben we niet voor niets al die jaren waterschadepremie betaald. Veel huizen hier staan op de monumentenlijst; mag je niks aan wijzigen. Dat van ons niet, het is van oorsprong een arbeiderswoning'. Vooral die laatste omschrijving verbaast ons. Inmiddels is het forse gebouw prijzig en staat het in een gewilde wijk.

We gaan verder door Queens Street om uit te belanden bij het Franse kwartier dat er prachtig uitziet. De hoge woningen hebben mansardes en ook met weinig fantasie zouden ze zomaar Europa kunnen staan. Prachtig; en niks nep!

De straat komt uit op het 'Waterfront' met pier en een brede schaduwrijke boulevard. Je kunt hier uren kijken naar de brede Cooper River, de eilandjes in de verte, en de imposante Ravenelbrug aan de horizon. Daar moeten ze dus aan het hardlopen zijn; zelfs nog bij deze temperatuur?

Ook de stad Charleston blijkt op deze plek aan het water rijkelijk voorzien van borden met verwijzingen naar de stichting (1680), Burgeroorlog, de slavernij en de emancipatie van de voormalige slaven.

Aan de lommerrijke boulevard vermaakt een jonge vrouw zich met drie jonge kinderen bij een fontein; de twee oudste kleuters staan met kleren en al aan kletsnat in het water. Het is ondertussen ook broeierig warm geworden. Mijn vrouw vraagt of ze dat doorweekte duo mag fotograferen. Na het ‘where are you from’ (zij uit Kentucky) noemt ze wat restaurants en andere hotspots. De kinderen zijn net zo blond als de dame en als ik een familierelatie vermoed tussen dit kwartet, zegt ze: ‘Actually, I’m the nanny’. Ahum, dus. ‘Wel met een aangenamere stem dan die kwèk uit de serie’, denk ik bij mezelf.

Verderop is een Vanderhorst Warf (opgezocht: inderdaad Nederlands wortels), en in die hoek bevinden zich stenen huizen aan een weg met kinderkopjes. Een mooi en vertrouwd aandoend punt. We ronden een deel van de oude 'Battery', volgen een kwartet pelikanen in hun vlucht boven ons en slaan af om opnieuw in de Queen Street te komen, precies bij de Queen Street Grocery waar we lunchen. wat we deze ochtend hebben kunnen verkennen van het 'Peninsula Charleston' spreekt ons zeer aan.

Als ik daarna met de auto bij Spring Street de brug naar de Savannah Highway insla om de stad te verlaten, klinkt uit de radio 'Hotel California'. Nou ja, deze highway wordt fel verlicht door de zon, in de auto hangt geen geur van marihuana ('the smell of colitas'), geen open dak en dus geen wind in mijn haar. Ondanks die details een fantastisch nummer om het bezoek aan deze stad af te sluiten. In de bocht naar links begint de geweldige gitaarsolo die bijna eindeloos door lijkt te gaan. De manoeuvrerende babyboomer (een later opgeplakte stigmatiserende roedelnaam) uit het bouwjaar 1947 voelt zich bijzonder senang en bij gebrek aan woorden 'jabbertalkt' hij de afrondende solo mee: 'skiebiedieboeboe diediewho'. Hij ziet voor zich dat hij uit de console een zelf samengesteld cd'tje haalt vol met lange soli. Bijvoorbeeld die van 'Roll over Beethoven' in de versie van ELO. Joehoe! De gitarist in de B.B. King's Blues Cub was een aantal dagen geleden in Memphis ook niet van het toneel te timmeren geweest! Zanger en overige bandleden zaten al lang in bad terwijl hij nog steeds bezig was met een grandioze improvisatie op 'Purple Rain'. Kijken of deze op YouTube staat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten