Na een warm afscheid van
onze hosts gaan we richting Greymouth. Jacqui geeft ons nog wat tips voor
onderweg. Aan de voet van de bewolkte Franz Josef Glacier bezoeken we het Wild Life
Centre waar we ook wat kiwi’s zien rondscharrelen in een donker stukje (nagebootst)
regenwoud. Ze zijn onderdeel van een programma ter bescherming van deze
‘nationale’ loopvogel. Er zijn vijf soorten kiwi’s, samen goed voor nog 70.000
exemplaren. Er moeten er miljoenen geweest zijn voor de import van fretten (die
de konijnen moesten verjagen), de ratten en de buidelratten.
Toenmalig keizer Franz
Josef schonk het nieuwe land een aantal gemzen. En zoals verwacht deden die het
goed in de NZ Alpen. Evenals de herten en een soortement geit uit de Himalaya.
Ook die zijn inmiddels uitgegroeid tot een bedreiging voor met name de flora.
Uitroeien of niet? Er zijn voor- en tegenstanders. Voorlopig wordt er
gecontroleerd afgeschoten. Hobby-jagers willen graag dat dit soort wild blijft
rondlopen. Bovendien zijn er jagers die graag uit het buitenland komen
overvliegen om tegen (flinke) betaling Prins Bernard sr. te spelen.
Op een film zien we hoe de
gletsjers gemonitord worden. Die zijn er nogal wat in NZ. De verwachting is dat
bij onveranderde omstandigheden Franz Josef over 50 jaar voor de helft
geslonken is.
We doen wat inkopen vlak
bij het Centre om vervolgens te lunchen aan de rand van Lake Mapourika. Iets
verderop parkeren we de auto om (na een ommetje door een stuk regenwoud waar
kiwi’s leven; ze sliepen kennelijk) naar het Pakihi Viewpoint te klimmen. Daar
kijken we uit op een estuarium tussen de bergen en de zee.
We vervolgen onze tocht
over de bochtige SH 6; rechts de NZ Alpen, links - af en toe zichtbaar - de
zee. Midden op een lange smalle brug staat een auto. Ik rem op tijd. Panne? Dan
zien we dat zes passagiers tussen 3 en 83 jaar tegen de reling opgesteld staan
voor een foto die de chauffeur vanuit zijn stoel maakt! Zijn ze zot? Ik toeter
en de wagen voor me trekt op. De achterblijvers moeten over een tegelbreed
stoepje naar de overkant lopen. Chinezen, mafkezen.
We passeren dorpjes als
Hokitika, Arahura, Awatuna. Even tanken in Greymouth, om verder omhoog te gaan
richting Runanga en Rapahoe. En dan arriveren we bij B&B Breakers, met een
grandioos uitzicht op zee. Het is 17.00 uur, 21°C en overwegend zonnig. We
worden begroet door gastvrouw Jan. Binnen doen we de schoenen uit: Maori-gewoonte.
Net als het vorige B&B kent ook dit onderkomen geen sloten en sleutels. Ik
begin er al aan te wennen.
Jan blijkt Maoribloed te
hebben. In de beschermende overeenkomst die rust op de helling voor het huis
van haar en haar echtgenoot staat dat aan de aanwezige begroeiing niets
veranderd mag worden. Die plek bezit vanuit het verleden een rituele waarde
voor de Maori’s. Jan voelt zich daarbij betrokken, staat in de introductie voor
de gasten van ‘Breakers’.
Ik zal morgen vragen of zij inmiddels ook aansluiting
heeft gevonden bij de Maori-stam met wie de overheid genoemde overeenkomst
heeft gesloten. Nu eerst tijd voor een glas wijn op 'ons' terras (voor de sandflies ons opvreten).
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten