Om 07.00 uur lopen enkele weka’s voor onze ‘cabin’. Ik maak wat foto’s en een filmke van deze kipgrote loopvogel. Er scharrelen behoorlijk wat exemplaren rond op het terrein. Ze voelen zich - zonder natuurlijke vijanden - erg vrij.
Na gezamenlijk ontbijt om 08.00 uur in de ‘lodge’ gaan we 09.30 uur op pad naar het hoogste punt van het voor ons toegankelijke deel van Kapiti: de Western Outlook. Een aardige klim. Het uitzicht over de Tasmanzee krijgt extra glans doordat de zon doorbreekt.
Terug langs een ander pad, richting zee: de Northern Outlook aan de Okupe Boulder Bank. Dit is verboden gebied van oktober t/m november vanwege het broedseizoen. Vervolgens via de ‘lagoon’ (met zwarte zwanen) richting ‘huis’.
Tijdens deze wandeling waren we steeds omgeven door vogelgeluiden. We zagen veelvuldig de tui, bellbird, fantail en North Island robin. Vooral de laatste soort - het witborstje - laat zich uitgebreid fotograferen.
Het verblijf op Kapiti heeft iets weg van ‘op kamp gaan’. Wij slapen in een ‘cabin’ met twee bedden. Één stoel voor de kleren, twee lampjes die de energie krijgen van een zonnecollector ter grootte van een tablet. Voor de twaalf gasten zijn er twee gezamenlijke toiletten en douches. Vanwege de lange droogte moeten we zuinig zijn met water: doortrekken als het niet anders kan, douchen maximaal twee minuten. De drie gezamenlijke maaltijden bij en in de lodge zijn smakelijk en gezellig: goed voor de groepsvorming en internationale contacten.
De weinige regen kan funest zijn voor de kiwi’s. Hun voedsel - wormen - leeft aan de oppervlakte. Ze trekken naar een voor de kiwi’s moeilijk bereikbare diepte als de grond te droog wordt.
Na de ochtendwandeling is het rustig in de sanitaire hoek dus duik ik kort onder de douche. Daarna is het tijd voor de uitgebreide lunch. Vervolgens trek ik er alleen op uit, de bossen in en later langs de kust. Het is mooi weer. Onderweg fotografeer ik zowat alle Maori-kunst die links en rechts te zien is,
Om 21.00 uur weer de bossen in, nu met een gids. We horen duidelijk meer kiwi’s dan gisteravond. Na de nodige weka’s, een gekko, cicade en een bruinstaarteend (een van de nog 2000 in NZ) keren we om 22.30 uur terug naar de ‘cabin’. De kiwi is de kunst van het verbergen goed meester.
Om te overleven is de kiwi op enig moment van dag- tot nachtdier geworden. Het dier ziet weinig, hoort en ruikt zeer goed, en is bijzonder rap op zijn krachtige vechtpoten. Op dit eiland van 200 ha (zonder de ingevoerde vijanden) kan de soort aardig gedijen. Er leven er 1200-1400. Om overpopulatie te voorkomen, verlaten er elk jaar 20 exemplaren Kapiti om elders in een beschermde omgeving uitgezet te worden. Ook hier horen we dat internationale programma’s een kiwi-ei naar Nederland gebracht hebben waar het een aantal maanden geleden uitgebroed werd. Dit kwam toen in het nieuws en ook de betrokken partijen hier zijn er blij mee. Misschien moeten we uiteindelijk in eigen land een echte kiwi gaan zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten