maandag 22 april 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (58); vreemde zaterdag

16/03
Op deze zaterdagochtend ontwaak ik met een gemis: NZ is het gevoel van veiligheid ontnomen. Dit mooie land dat ik in voorgaande dagboekpagina’s vaak heb beschreven in termen van ‘ontspannen’, zal veranderen. De ‘buitenlander’ (Australiër) die gisteren met een massamoord meende een ‘zuiveringsactie’ uit te moeten voeren, zal wellicht bij sommigen stilzwijgend, sympathie ontmoeten, hoewel zijn daad mondeling beslist afgewezen wordt.

Ook hier zijn wij deze weken regelmatig de uitspraak ‘vol is vol’ tegengekomen. Meestal gericht tegen ‘nieuwe’ Aziaten die zich kennelijk vooral binnen hun eigen gemeenschap willen bewegen. Kiwi-Chinezen die hier al zes generaties wonen, krijgen te horen ‘Ga terug naar je eigen land’.

We horen ook dat NZ politiek de afgelopen 20 jaar wel erg ‘invoelend’ zou zijn geweest richting de moslim-immigranten. Zo zouden vrouwen in de zorg het advies hebben gekregen zich ‘decenter’ te kleden in hun werkcontacten met mohammedaanse cliënten.

Verhalen en feiten: de ‘wij- en zijgevoelens’ leven ook hier. Polarisatie zal ongetwijfeld toenemen.

Toen wij NZ binnenkwamen, was de douane naar verwachting streng. De controle vond plaats op de mogelijke invoer van voor de fauna en flora schadelijke elementen. Tegelijkertijd werd serieus werk gemaakt van ons antwoord op de vraag of we spullen van anderen hadden meegekregen. In ons geval was dat zo: een souvenirtje van een kennis voor haar nicht hier. Donderdagmiddag hebben we dat afgeleverd in Miranda.

Tot nog toe hebben we slechts in twee winkels van Kathmandu detectiepoortjes gezien. Verder konden we overal controleloos in- en uitlopen. We hebben tot nog toe Auckland overgeslagen, dus onbekend blijft voorlopig hoe de beveiliging daar is. In elk geval ontmoetten we op dat gebied in de hoofdstad Wellington een relaxte omgeving. Gisteren heeft de tijd NZ ingehaald.

Tijdens het ontbijt bij Deborah en Colin was een deel van de conversatie gewijd aan de aanslag. Hun dochter, arts en met man en kinderen woonachtig in Christchurch, heeft vanochtend nog verslag gedaan van de ontreddering die in de stad heerst.
In NZ zijn zeker zeven grote evenementen die dit weekend zouden plaatsvinden, afgelast. Sommige omdat feest nu niet gepast is, andere op advies van de politie na de beoordeling van het veiligheidsrisico. De gebruikelijke zaterdagse markt van Matakana gaat gewoon door. Daar zullen we later naar toe gaan. 

Sandspit is onderdeel van Matakana (Coast) dat zich profileert als ‘Wine Country’. Matakana Village is met de zaterdagse Farmers’ Market een centrum voor land- & tuinbouw.

Volgens de lokale geschiedschrijving start die ontwikkeling in 1842 met een bescheiden centrumfunctie in een landelijk gebied waar de kauri een gewild product is. Als al die bomen omgehakt en verzaagd zijn, steunt de plaatselijke economie op boerenbedrijven, boomgaarden en aanverwante activiteiten. Het dorpje leidt een anoniem bestaan.

De ‘grote stap’ vooruit komt in 1992 wanneer de plaatselijke investeerder Richard Didsbury het terrein boven de werf koopt en die plek waar rond 1850 een houtzaagmolen gebouwd werd, begint te veranderen in de Matakana Village met winkeltjes, galerieën, cafés en restaurants. Ook de aanplant van wijnstokken krijgt een stimulans. Inmiddels is het plaatsje op zaterdagmorgen tussen 08.00 en 13.00 uur even een mondain aandoende plek ‘op slechts 45 minuten met de auto van Auckland’. Die zin staat standaard in elke promotie hier.

Op zaterdagmorgen slenteren we tegen 11.30 uur rond op de Matakana Village Farmers’ Market. Het is er druk. Honden zijn er niet toegelaten; baasjes kunnen hun beestjes zo lang bij de gratis Dog Sitting Service brengen; een donatie wordt op prijs gesteld. Zowat alles is eco en huisgemaakt: radijs, avocado’s, oesters, brood, dumplings, etherische oliën. 
Er is iets hoger op de heuvel ook een deel ‘gewone markt’. Hier koopt mijn vrouw een blauw zomerjurkje.

Dan rijden we richting het Warkworth Treepark Museum. Door het ‘bos’ loopt een vlonderweg die de bezoekers kris-kras door het geaccidenteerde terrein leidt. Uiteraard is ook de varenboom aanwezig. De variant waarvan de bladeren een zilveren achterkant hebben, vind je als NZ-merkteken terug voor talloze diensten en producten.
Een keuze aan inheemse bomen (waaronder veel jonge kauri-exemplaren) worden beschreven in een klein foldertje.

De uitgang is bij een kauri die ontkomen is aan de hak- en zaagdrift van zo’n eeuw geleden: het dikke en hoge exemplaar is minstens 800 jaar oud.

Het bos is het werk van vrijwilligers. Bij de entree moet je door een borstel- en voetenbadgedeelte om de aanplant ‘van vreemde smetten vrij’ te houden. Na afloop praten we een tijd lang over dit ‘kauri-initiatief’ met een jonge vrouw die onlangs afgestudeerd is in natuurmanagement.

‘Thuis’ maak ik in de keuken van de onze hosts pesto die Debora en Colin om 18.00 uur onderdeel laten zijn van de gebruikelijke pre-dinnerdrink & nibbles op hun terras. Ons gezelschap krijgt versterking van een echtpaar uit Hamburg dat hier vandaag ook te gast is. De vier Europeanen laten zich allen in zeer positieve bewoordingen uit over hun ervaringen in NZ.

Daarna eten we de voortreffelijke pizza die Deborah vers gemaakt heeft. Tot besluit thee met bonbon en port in de biljartkamer. Wat een verwennerij op deze 'vreemde' zaterdag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten