zondag 21 april 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (56); smalspoor

14/03
Omdat we op tijd in Coromandel Town willen zijn voor een gisterenavond ‘besproken treinreis’, gaan we om 08.00 uur ontbijten. Gastheer Alastair staat al op de uitkijk en neemt ons meteen mee naar zijn koepel: we moeten nu echt even sterren kijken. Hoezo? De zon schijnt en de lucht is blauw; sterren?

Die staan ook overdag aan de hemel, zegt Alistair. Door het dominante zonlicht vallen ze niet op. Nu het nog vroeg is, zien we door zijn telescoop Jupiter, Venus en Alpha Centaur. Nooit gedacht zoiets in de morgen te doen.

Na het afscheid van de sympathieke hosts rijden we naar het stadje Coromandel. Als we over een kleine pas komen, zien we het beneden ons liggen. Wat een geweldig uitzicht op een baai met schier- en echte eilandjes. Indrukwekkend.

We parkeren in het centrum van Coromandel Town dat op deze zonnige donderdagmorgen tijdens een korte wandeling een aangenaam rustige indruk maakt. Bij het café waar we koffie/thee gaan drinken, staat een busje voor de deur met een Nederlands nummerbord. Het behoort toe aan een Rotterdams echtpaar dat sinds enige tijd met drie jonge kinderen op wereldreis is. We kletsen een tijdje met het oudste zoontje en de vader.

Dan is het tijd om ons te gaan melden bij de Driving Creek Railway. De reservering is inmiddels bevestigd, onze naam wordt afgevinkt en na betaling ontvangen we twee treinkaartjes.

Deze smalspoorweg blijkt bedacht en ontwikkeld door Barry Brickell, een NZ pottenbakker. Brickell? Die achternaam heeft Alastair ook, onze inmiddels ex-host, op wiens aanraden wij hier nu zijn. ‘Toeval’, denken we: Alistair is Canadees en Barry was een rasechte kiwi. Neven misschien?

Het is een fraaie tocht de berg op, waarbij regelmatig gezigzagd wordt om de steile helling te kunnen nemen. De ene keer rijd je vooruit, de andere keer achteruit. We hebben de beschikking over twee tegenover elkaar geplaatste bankjes, dus kunnen we altijd vooruit gaan.

In de loop der tijd zijn er op de helling de nodige bomen geplant, waaronder veel jonge exemplaren van de legendarische kauri. Ook staat er het nodige ‘aardewerk’. De machinist is ook reisleider en we krijgen de nodige informatie te horen over Barry, zijn ideeën en aanpak, zijn nalatenschap in een ‘trust’, de huidige ontwikkeling en uiteraard over wat we zien.

Op het hoogste punt is een moment om uit te stappen en om een volgend verhaal te aanhoren. Ook dit uitzicht over de baai is imponerend. Met een knipoog heet deze plek ook ‘Eyefull Tower’. Dan is het tijd om rusting aan richting het stationnetje te gaan.

Het geheel maakt een aandoenlijk ‘kneuterige’ indruk op ons. ‘Kneuterig’ in positieve zin. Alles rond en tijdens de rit is perfect en op bijdetijdse wijze georganiseerd. Tegelijkertijd heeft het iets van een ouderwets gezellig schoolreisje, waarbij een dame de stationschef is, op het fluitje blaast en ons uitzwaait, terwijl de machinist ook de kaartjes komt knippen. De passagiers spelen hun rol op voorbeeldige wijze, houden hoofd en handen binnenboord, luisteren aandachtig en iedereen heeft plezier tijdens het uur dat de treinreis duurt.

Voor de lunch volgen we opnieuw de suggestie van Alastair (waar zouden we zijn zonder onze hosts?) en lunchen onder een houten parasol bij The Pepper Tree. Een goede tip!

We rijden richting zuiden over een kronkelige weg langs de Firth of Thames naar Thames en vandaar aan de overzijde van het water naar Miranda. Daar geven we een presentje af bij de nicht van en namens een kennis. Snel daarna wordt het drukker op de weg: we naderen Auckland, de stad waar 1,6 miljoen inwoners, eenderde van NZ totale bevolking.

We belanden in de vrijdagse namiddagfile en voor het eerst in twee maanden is het druk op de weg. Een dik uur rijden we in een trage stroom van vier of vijf rijbanen van zuid naar noord. Het is 29°C, de airco doet zijn best en als we uit de mêlee zijn, zetten we de cd van Whirimako Black op. Het landschap om ons heen wordt weer landelijk en tegen dat de zangeres aan het slotnummer wil beginnen, rijden we de poort binnen van Sandspit Country B&B.

Een hartelijk welkom valt ons te beurt en korte tijd later genieten we met onze nieuwe hosts Deborah en Colin op hun terras van wat in hun ‘gastengids’ omschreven staat als ‘pre-dinner drinks’. Met de ‘nibbles’ erbij, en later in de biljartkamer de cake, koffie/thee, port en bonbons, is het een flinke ‘boterham’.

Moe en voldaan trekken we ons terug in onze kamer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten