Op deze mooie nazomerzaterdag rijden we naar de monding van de Whanganui. Op de rechteroever beginnen we aan een strandwandeling richting Kai Iwi. Inmiddels weten we dat ‘kai’ eten betekent en ‘iwi’ stam, volk of groep.
Sinds we op het Noordereiland zijn, is niet het aantal Maori-plaatsnamen toegenomen; wel de (zichtbare) aanwezigheid van Maori’s in de samenleving. De algemene verklaring daarvoor is dat de eerste Maori’s die hier in de vroege Middeleeuwen landden, de voorkeur gaven aan het warmere noorden. De temperatuur hier sloot meer aan bij het klimaat dat zij gewend waren op hun overbevolkt geraakte eilanden in de Stille Oceaan. We ontmoeten meer Maori’s, zien meer gebouwen die onderdeel zijn van hun gemeenschap, zien meer teksten in het Maori op bussen, muren, winkels, etc.
In zee zwemmen op deze ochtend alleen Maori-kinderen. Daarvoor hebben de badjannen met vlaggen 20 meter strand afgepaald waarover zij waken. Wie daarbuiten gaat, wordt acuut binnen de denkbeeldige lijnen teruggefloten. Zoals zoveel ‘openbare’ diensten, is ook de strandwacht gesponsord door particulieren en ondernemingen. Het aantal zwemmers is op twee handen te tellen. Dat van de wandelaars die wij tijdens de 14 km tegenkomen, op één hand: weer een stil strand.
Het grootste deel van onze promenade vindt plaats na een lekkere lunch net achter de duinen van de wijk Castlecliff bij ‘The Citadel’. Een informele tent met een kaart waarop ingrediënten als haloumi, geroosterde groente, quinoa, kumara (zoete aardappel), krootjes en pesto tot verrassende combinaties leiden. De menukaart gaat op de foto om thuis tot de nodige inspiratie te leiden.
Na enkele kilometers komen we bij het stuk waar achter de zwarte lage duinen - lavazand - aarden kliffen opdoemen. De Tasman Zee heeft in de loop der tijd voor dit aardkundige verschijnsel gezorgd. Eén tsunami, en er vindt een zandverschuiving plaats.
Bij de ingangen tot het strand staan grote borden met ‘Hoe te handelen bij een tsunami’. Zo’n vloedgolf kan ontstaan bij een aardbeving. Niet van die kleintjes die hier dagelijks ongemerkt plaatsvinden. De kracht moet zo hard zijn, dat je erdoor uit je evenwicht raakt. Zo staat het omschreven. In dat geval is het zaak om z.s.m. te vertrekken uit de op de kaart gemarkeerde zone.
Zoals overal in NZ ligt de hogere strandlijn vol ‘driftwood’, aangespoeld hout. Van fragmenten tot hele bomen. Op een enkele uitzondering na, wordt het niet opgeruimd. We horen dat zoiets te veel kost; bovendien houdt het hout het zand vast en vormt het de biotoop voor kleine diertjes. Als brandhout is het ongeschikt want het opgeslagen zout is funest voor kachel, haard of allesbrander. Er wordt hier veel op hout (bij)gestookt.
‘s Avonds draaien we een video over een project (2010) van het Museum Volkenkunde Leiden tussen Maori’s uit Aurere en de Leidse roeiers van ‘Njord’. Het gaat om de vervaardiging van twee waka’s, traditionele lange kano’s en hun komst naar Nederland. Sindsdien is er elk jaar een Maori-weekend in Leiden i.s.m. Maori’s uit het NZ en Groot-Brittannië.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten