dinsdag 9 april 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (25); Kaikoura

11/02
Na het ontbijt inpakken en richting de ‘spa’ aan de overkant van de straat. We luieren er van 10.15 tot 14.15 uur waarbij we in het grote complex verschillende hete baden bezoeken. Het zwavelbad is met 42 graden het warmste; de H2SO4-geur went meteen. De prijs voor de entree annex kluisje is voor de 60+’er de helft van wat je in Nederland voor de sauna betaalt. Bij de kassa staan we wat te gekken over het symbool voor de ‘senior’ buiten op de prijslijst. Dat veronderstelt dat iedere man na zijn zestigste met een stok loopt.

Het wordt een ontspannen ochtend waarbij we van bad naar bad slenteren. En overal ouwehoeren met medebadgasten. Een groep blijft op zichzelf: de Chinezen. Een cultureel antropoloog zou hierover een boek kunnen schrijven. Ook in deze uitgestrekte spa trekt het gedrag van deze toeristen mijn aandacht. We hebben inmiddels gemerkt dat de Nieuw-Zeelanders onze ervaringen met tig voorbeelden kunnen aanvullen.

Wat ons allereerst opvalt, is dat ze ook in bad bij het hanteren van hun mobiel een mateloosheid aan de dag leggen die zowel vermakelijk werkt als bewondering oproept. Alles moet op de plaat. Alles. ‘Wat zien ze eigenlijk?’, vraag ik me af. Eergisteren reed iemand voor ons over een One Lane Bridge. Om mogelijke wachtenden aan de overkant ter wille te zijn, rijd je met redelijke vaart zo snel mogelijk over dat smalle ding. Zat er voor ons een diepbejaarde achter het stuur? Iemand met engtevrees? Nee, een Chinees. Links verschenen twee fototoestellen uit de ramen en het stroompje was gekiekt. Helemaal gortig was het een paar dagen daarvoor op een doorgaande weg geweest. Op een lange smalle brug stond een auto stil. Pech onderweg? Ik minderde vaart en zag tegen de rechter brugleuning een familie van zes Chinezen (waaronder drie kinderen) geplakt staan, klaar voor de foto die de chauffeur door het open raam aan het maken was. Nu moet je in NZ wel een verdomd goede reden hebben om te claxonneren, dus ik aarzelde even. Toen dacht ik ‘Wat een rare Chinees’, en met de claxon joeg ik hem voor me uit. De zes tegen de reling maande hij door het raam om zelf naar de overkant te komen. 

Ja, ze gaan graag op de foto. Niet één keer, eindeloos. Daarover heb ik al eerder wat geschreven; ik verval in herhaling.

Genoemde onmatigheid betreft zowel het maken van foto’s als het internetten. Hele gezinnen zijn fanatiek met hun mobiel in de weer, elk moment, op elke plek. Misschien bestaat zo’n ding in Nederland ook, in de Hanmer Springs Pools & Spa zie ik voor het eerst hoe Chinezen in het bad zitten te appen, terwijl hun mobiel verpakt zit in een soortement Ikea boterhammenzak, waterdicht afsluitbaar, met een koord om de nek. Fascinerend. Of raak ik geobsedeerd?

Ik neem gemakshalve aan dat de oproep om vooral op je kinderen te letten i.p.v. op je mobiel tot alle volwassen bezoekers gericht is.

We brengen de handdoeken terug naar de B&B, nemen afscheid en rijden richting Kaikoura aan de Oostkust. Het door de zon vergeelde landschap heeft iets weg van Zuid-Spanje. Zeker bij deze temperatuur van 32°C.

Het aantal wegwerkzaamheden neemt toe richting kust. Zeker tijdens de laatste 20 km is het een aaneengesloten bouwplaats. Een en ander hadden we al gelezen op de NZ variant van ‘Van A naar B’, met als kanttekening ‘i.v.m. aardbevingsschade’.

Wanneer onze nieuwe gastvrouw July bij onze nieuwe B&B ‘Bendamere House’ ons na aankomst wegwijs maakt, verwijst ze ons naar o.m. het museum aan de zijkant van haar tuin: daar kunnen we ons over (de gevolgen van) die aardbeving van 2016 laten informeren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten