dinsdag 23 april 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (61); Mahinepuna Peninsula Track

18/03
Net wakker lees ik over de aanslag in Utrecht. Na de kop ‘moskeeschutter’ van vorige week is er nu ‘tramschutter’. ‘Oog om oog, tand om tand’. Het beest is los en niemand krijgt het nog gekooid. Natuurlijk was de witharige PVV-leider er als de kippen bij om een spoeddebat aan te vragen. ‘Ik heb de Kamervoorzitter geïnformeerd dat ik morgen een debat wil met Rutte en Grapperhaus over de aanslag in Utrecht. Nederland heeft recht op de waarheid. Vóór de verkiezingen!’

Welke waarheid? Zit er iemand te liegen dan? Een onverbloemde demagogische opmerking van wittekop: de politiek houdt immers feiten achter, is onbetrouwbaar, dient het belang van de machtigen. Dat Geert zelf ook een politicus is, lijkt niet ter zake te doen.

Buiten komt langzaam de zon door. Op het terras ontbijten we aan de late kant. Een deel verdwijnt in de koelkast: voor later. Ik ontdek in de provisiekast een leger mieren dat onze voorraad belaagt. Mijn vrouw treedt meedogenloos op, met een spuitbus als vlammenwerper. Dit is de volgende confrontatie met deze beestjes: ze zouden in NZ een plaag vormen, hebben we gehoord en zelf gemerkt. Om de een of andere reden is de ‘Duitse mier’ dit jaar een bezoeking voor de keukens. 

'We zijn lui', zeggen we. evenwel besluiten we tot een wandeling in de buurt. De Mahinepuna Peninsula Track begint aan een kleine baai net iets voor de poort die de gravelweg naar ons onderkomen afsluit. Ondanks ons voornemen om op onze voorlaatste plek in NZ vooralniks te doen, werken we ons heuvelopwaarts al snel in het zweet. Inmiddels is de zon bijna constant aanwezig: goed warm dus.

De uitzichten tijdens de tocht zijn prachtig. We kijken vanaf steile kliffen naar stille strandjes die alleen via het water te bereiken zijn. De vergezichten aan de oostkant reiken tot ver naar het noorden. We proberen de plaats te bepalen waar ons arendsnest tegen de rotsen geplakt moet zitten. De eilandjes voor de kust die voor ‘onze’ kleine baai liggen, zien er vanuit deze hoek duidelijk herkenbaar en toch net iets anders uit. 

Richting zuiden liggen de Cavalli Islands. Dat klinkt Italiaans. James Cook kwam tot deze naam (Cavallys) in de veronderstelling dat dit de naam was van de vissoort die hij van de lokale Maori’s kocht.  

Op sommige hoge punten van het smalle schiereiland zie je tegelijkertijd links en rechts water. Dit oogt aan de baaikant groen, terwijl de het aan de zijde van de oceaan blauw is.
Dit langwerpige stuk land dat de zee in steekt, draagt veel bewoningssporen. De Maori’s bouwden er pa’s (fortjes) waarvan de resten ontzien worden door de wandelaars over houten trappen te leiden. Onderweg zien we een afgetopt veld waarop groente verbouwd werd.

Na de lunch lees ik op het terras verder in Arthur Japin ‘Een schitterend gebrek’. Hieraan ben ik vanmorgen begonnen. Als ik net begrepen heb waaraan dit werk zijn titel dankt, komt de dame die zo lang de honneurs waarneemt voor haar dochter, de B&B-host, het terras op. Ze heeft me bij aankomst toegezegd via haar man een werphengel te regelen. Er zit ook reservemateriaal bij. En diepgevroren vis die ik in stukken zal moeten snijden om de partjes als aas te kunnen gebruiken.
Ik bedank haar omstandig en wil eigenlijk meteen naar beneden om vanaf de rotsen te vissen. Om de beste plek te kunnen bereiken, moet ik wachten op eb. Dat wordt dus morgen, hoop ik. 

‘s Avonds maak ik een vegetarische maaltijd. Het recept komt uit hetzelfde bundeltje als de radijsjessalade van gisteren: ‘Een kruidig en eigenwijs boekje’ van Joanne Bijlsma-Vriens. Het is uit 1974 en de uitgave bevat klassiekers die (dus) al jaren bij ons op tafel komen. Geschreven in een tijd dat het inslaan van nieuwe wegen - dus ook op kookgebied - populair was. Nieuwe wegen, de wereld kon er alleen maar beter op worden. Kansen voor iedereen. Dat laatste is op het gebied van studiemogelijkheden reëel gebleken. Tijdens ons verblijf in NZ las ik Kees Vuyk, 'Oude en nieuwe ongelijkheid. Over het failliet van het verheffingsideaal'. Als filosofieboek van het jaar winnaar van de Socratesbeker 2018. Zo’n uitgave waar je met een potlood in onderstreept en in de marge opmerkingen plaatst. 

Ik herken veel van het beeld dat hij schetst. Voor een deel is het ook mijn verhaal. Een verplicht nummer voor politici, dacht ik onder het lezen. Zeker na de recente aanslagen in Christchurch en Utrecht, zeg ik nu. De vragen van Wilders poken het vuur rond de nieuwe ongelijkheid alleen maar op. Tegelijkertijd biedt het neo-liberalisme ook geen oplossing. Een ‘kruidig en eigenwijs’ optreden dat je veel in sociaal vrijwilligerswerk terugvindt, heeft de kans een brug te slaan. Wie weet. 

Na het eten op het terras zitten we nog lang buiten. Langzaam verdwijnen de eilandjes in het donker. Aan de horizon beweegt zich een licht. Een vissersboot. Het huis telt een telelens die ik op het terras zet om de sterren dichterbij te halen. Het is ook volle maan; het landschap daarop is goed te zien: kraters bij de vleet. Alastair van B&B ‘Stargazers’ zou hier ongetwijfeld enthousiast van worden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten