Begin van de lente in Nederland. Hier wordt 1
maart aangehouden als begin van de herfst. Om 08.00 uur giet het (nog).
Aangezien het dak van Crab Cove met aarde en gras bedekt is, hoor je het binnen
niet ‘kletteren’. Van buiten komt het geruis van de branding beneden. De
eilandjes in en aan de rand van de baai verdwijnen in een grijze mist.
Het is de vierde flinke regenbui sinds we in
NZ zijn. Water is hard nodig. Veel huizen - ook dit - zijn afhankelijk van
regenwater. Uiteraard de boeren ook. En overal is een absoluut ‘vuurverbod’ van
kracht.
Volgende week maandagmiddag stappen we op het
vliegtuig richting Nederland. Daar lijkt Baudets Forum het goed te doen bij de
provinciale verkiezingen. Naar mijn idee verontrustend. Kees Vuyk laat in zijn
‘Oude en nieuwe ongelijkheid. Over het failliet van het verheffingsideaal’ zien
hoe dit succes van nieuw rechts verklaard kan worden. En mogelijk ‘verholpen’.
Navelstaren op het succes van een marktgericht neo-liberalisme is een
doodlopende weg die mensen in de kou zet en richting rechts laat afslaan. Helaas
lijkt de kracht van de oude arbeidersbeweging niet opnieuw in het leven te
roepen. ‘We kunnen samen’ is nu ‘Ze doen niets’. Sterke mannen houden een
belofte in. Geschiedenis heeft een kort geheugen.
NZ hebben we leren kennen als een groot land
met Ruimte, Rust en Reinheid. Uiteraard is dit trio door ons gekozen met een knipoog
naar de klassieke opvoedingskreet rust-reinheid-regelmaat.
Ruimte: het land is zesmaal Nederland en het
heeft nog geen derde van ons inwoneraantal. Anderhalf miljoen kiwi’s wonen op
één plek: Auckland. Reken uit je winst: zeker het Zuidereiland beschikt over
een enorme ruimte. Die ‘leegte’ is op beide eilanden ‘ingevuld’ met een
prachtige natuur. Leegte zorgt voor Rust. Tegelijkertijd kan de leefcultuur het
in steden en dorpen zonder opvallend veel geluid stellen. De sereniteit valt
ons op. Overigens vinden veel inwoners van NZ die wij spreken, dat het hier
echt wel voller en drukker wordt.
De Reinheid? Ze zijn hier netjes. Zo is in
vergelijking met Nederland de hoeveelheid zwerfvuil zeer beperkt. Het aantal
bakken voor gescheiden afvalinzameling is (naast de aanwezigheid van openbare
toiletten) in onze ogen groot. Roken in het openbaar blijkt weinig zichtbaar.
De zorg voor de natuur is opvallend sterk. Ook op dit punt kan in de ogen van
onze gesprekspartners nog veel winst geboekt worden.
RRR: hoe zal het daarmee een jaar na de
aanslag in Christchurch gesteld zijn?
Het weer blijft vandaag een afwisseling van
flinke zonnige perioden en korte regenbuien. De temperatuur is aangenaam en als
we binnen schuilen, blijft de glazen wand naar het terras lekker open. We
lezen, denken in de baai dolfijnen te zien (bedrieglijke golven), hebben geen
zin om erop uit te gaan. Lekker lui. Toch gaat het na de lunch bij me
kriebelen. Ik ga naar het strandje beneden waar het inmiddels eb is. Zou die
verste rots nu te bereikten zijn?
‘Rock Fishing’ is populair in NZ. En langs de
lange kustlijn van dit land torent veel rots boven de zee uit. De plek waar ik
gisterenmiddag stond, bleek alleen wier op te leveren. Het lijkt alsof de punt
die het verst de zee insteekt, aan wiervrij water raakt.
Om er te komen, probeer ik eerst door een
uitgesleten gat ‘achterom’ te gaan. Na het nodige geklauter door een tunneltje
dat nu droog staat, kom ik voor een loodrechte wand te staan. Terug dus: aan de
voorzijde nog eens kijken. Ondanks mijn geschikte schoeisel en ruime ervaring
bij het klimmen en klauteren, waag ik het ook aan deze kant niet om langs het
puntige en steile graniet omhoog te gaan. Schreef ik eerder vandaag dat
geschiedenis een kort geheugen heeft, het litteken op mijn rechterscheenbeen
houdt me bij de les. In 1965 zocht ik bij het vissen tijdens een familie-uitje
in Marokko ook een mooi plekje op een rots boven de zee. Ik ga dus terug en zie
dat een kleine ‘rock pool’ zowaar geen wier bevat. Of vis zo ver onder de kust
komt, valt te bezien. Hup naar boven, spullen halen (de hengel had ik
voorzichtigheidshalve al meegenomen).
Een uur later is mijn aas op. Opgevreten of
van de haken gegleden. Mijn ‘jachtdrift’ is met de vangst van twee lelijk
ogende vissen bevredigd. Nou ja lelijk, zoals een posje lelijk is. Of soms een
kleine meerval. Beide middelgrote exemplaren die ik op de kant haal, hebben
brede vleugelvinnen onder de kieuwen en een mooie schutkleur: tegen en op de
rots vallen ze niet op. Ze gaan terug het water in en ik klauter tevreden
omhoog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten