zaterdag 13 april 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (43); Whanagui

01/03
Whanagui ligt in het westen van het Noordereiland. Daar stroomt de gelijknamige rivier na 290 km in de Tasman Zee. Het is een van NZ oudste steden en heeft nu 40.000 inwoners. Tijdens een wandeling maakt het een prettige indruk op ons.

Toen we gisterenavond aankwamen, was het met 20°C aangenaam van temperatuur. We gingen pitten onder een laken en eindigden onder twee dikke dekens. ‘Het is herfst’, zei gastvrouw Jenny toen we haar vanmorgen om 08.30 uur zagen. Het was buiten 7°C en het is ons na zes weken nog steeds een raadsel hoe die natuur- en klimaatzuinige kiwi’s denken over de isolatie van hun (gehorige) huizen. We hadden een elektrisch kacheltje aangezet voor het ontbijt. 

Jenny geeft ons na het ochtendmaal een serie tips over ‘wat te doen’. Om 11.30 uur gaan we te voet op pad. De Cobham Bridge voert ons over de brede rivier. Links ligt het kleine Putiki met een kerkje waarvan het interieur rijk versierd is door Maori-houtsnijders. Alleen met gids te bezichtigen dus stellen we ons tevreden met de plaatjes op het internet.

Vlak voor de volgende ‘City Bridge’ lopen we naar rechts een tunnel in die naar een lift voert. Boven op de Durie Hill staat een ‘War Memorial Tower’ die we voor het uitzicht beklimmen. Deze plek voor ‘herdenking en eer’ werd op 2 augustus 1919 geopend. Op een foto is te zien hoe op die datum mensen in de rij voor dit fenomeen staan te wachten. In onze vaderlandse geschiedenis is de Eerste Wereldoorlog vooral een dunne pagina met ‘We waren neutraal’ en ‘Er komen onderhand wel veel Belgische vluchtelingen de grens over’. In de bossen bij Uden houden wat borden de herinnering vast aan een opvangkamp aldaar waar onze zuiderburen geruime tijd verbleven. De LAW ‘Hertogenpad’ voert er langs; al lopende zagen we dit ‘lieu de mémoire’ afgelopen zomer.

Het uitzicht reikt ver. In de stad - laagbouw - is duidelijk het stadion voor de hondenraces te onderscheiden. Ook op andere plekken is ruimte voor sport: in NZ zijn rugby, cricket, bowling en paardenrennen populair. Zo Engels.

Aan de overkant ligt de ‘oude stad’ met Victoria Avenue als hoofdader. Duidelijk is dat hier zo’n eeuw geleden gehandeld werd. De namen van eigenaars en activiteiten zijn zichtbaar in het metselwerk of anderszins. Boten op de rivier zorgden voor het vervoer van goederen en mensen, later nam de trein die taak over. En toen er een weg kwam, moest de stad wat anders worden. In het oude kwartier is het meeste overeind gebleven. De gerestaureerde gebouwen vormen een harmonieus geheel van (industrieel) erfgoed met werkplaatsen, horeca, sport, cultuur, winkels waarover een ‘alternatief’ sfeertje hangt. Ik voel me hier erg thuis: sfeervol ‘centrum’. We lunchen er (op aanraden van Jenny) bij ‘Honest Kitchen’. Steden in Nederland die een spoorzone of havenwijk willen opknappen, kunnen hier een geslaagd voorbeeld bestuderen. Jenny: ‘De stad heeft een niche gevonden voor de zaken waar we goed in zijn: kunst en cultuur. Dat houdt ook de mensen hier’.

Aan weerszijden van de rivier is het prachtig wandelen. Op linkeroever is een grote groene zone met veel ruimte om te picknicken. In de schaduw. Dat valt de toeristen op: de kiwi’s zoeken automatisch de bescherming op van bomen en parasols.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten