donderdag 11 april 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (34); bountystrand en roomboter

 20/02
Hardlopen. Om 08.20 uur ga ik van de cottage aan de Dehra Doon Road in het plaatsje Riwaka na de brug over de Riwaka in de richting van Kaiteriteri. Links van de weg liggen de golfplaten schuren van de sinds 25 jaar verdwenen tabaksverbouw. De grijze gevallen bevinden zich verder uit elkaar dan het vanaf ons terras lijkt. In de bocht van de weg verschijnt de Tapu Bay. Volgens een bord wordt hier - een oude, rituele Maoriplaats - de originele flora hersteld. Aan de overkant kondigt een ander bord de aanwezigheid aan van een ‘historic monument’. Dat blijkt een minipiramide; een plaquette maakt duidelijk dat captain Arthur Wakefield hier in 1841 voet aan wal zette nadat hij aan de overkant van de baai de stad Nelson had gesticht. Hij is de man naar wie volgens sommige historici het plaatsje Wakefield (ten zuiden van Nelson) genoemd is, dat onlangs in het nieuws kwam vanwege een enorme brand; de inwoners werden geëvacueerd.
In 1842 kwamen hier de eerste pioniers aan land.

Brandgevaar ligt op de loer. De wijzer op een groot risicobord waar ik zojuist langs rende, staat op ‘extreme’: de hoogste van de vijf categorieën. In het aangrenzende Abel Tasmanpark waar we gisteren waren, is sinds 12 februari een absoluut ‘vuurverbod’ van kracht. Uit voorzorg is daar een aantal wandelroutes en overnachtingshutten gesloten. 

Tapu Bay is een van de vele baaien aan de Tasman Bay. De Maori’s gebruikten deze bocht als meerplaats voor de aan- en afvoer van etens- en handelswaar. Ook vonden er rituele handelingen plaats.

Om 09.10 uur ben ik thuis. Tijd voor een douche en een ontbijt in de zon. Met o.m. verse grapefruit uit de boomgaard van gastheer Rodney.

Onderweg heb ik bij Tapu Bay een stukje over een fietspad gelopen. Hoe dat richting Riwaka gaat, traceert mijn vrouw via maps.me. We besluiten onze middagboterham op te eten aan de baai van Kaiteriteri. Twee uur heen, twee uur terug. Te voet.

Het fietspad blijkt een deel van de zich steeds uitbreidende Great Taste Trail die nu 175 km meet van Nelson naar Kaiteriteri. We rijden met de auto naar ons beginpunt; dat scheelt mooi 30 minuten in de aanloop. (Idem voor als we moe terugkomen.)

Het eerste stuk tot de Tapu Bay gaat dwars door de boomgaarden. En dan verder bijna parallel aan de kustweg. Die moeten we - met enige voorzichtigheid - de laatste twee kilometer tot Kaiteriteri volgen. Het ‘fietspark’ waar de route doorheen gaat, is verboden gebied wegens het hoge brandgevaar. Er mag hier regen vallen. Net zoals in Nederland, las ik vanochtend waar boeren en waterschappen zich nu al (of weer) zorgen maken over de droogte daar.

Dan komen we aan in Kaiteriteri. Langzaam dalen we tussen prachtige huizen af richting water. Op Wikipedia staat ‘It is best known for its scenic beaches’. Tjonge, net een plaatje uit een reisgids. Ons doel is de baai van Little Kaiteriteri die naadloos aansluit op die van Kaiteriteri. Het geheel vormt aan de voet van de heuvels een halve eclips geel strand tussen twee landtongen. De begroeide rotseilandjes in zee geven het geheel een Japans tintje. ‘Een Bountystrand’, zegt mijn vrouw. Vanwege de kleur in de variant ‘met roombotervulling’. Gisteren vonden we onze picknickplek al grandioos, vandaag is ie magnifiek.

Kaiteriteri betekent zoiets als ‘snel eten’. Wij nemen onze tijd voor de banaan en de bruine boterham. Tegen dat we teruggaan, blijkt de hemel dichtgetrokken. Het is nu ook drukkend; iets van 27°C. Misschien komt er onweer, zou je in Nederland zeggen.

Heen gingen we met vloed in de Tapu Bay; nu is het eb aan het worden. ‘Schorren’, zeg ik, ‘Slikken. Kreken. Walcheren’. Saskia & Serge: ‘Zomer in Zeeland’; in dit geval Nieuw-Zeeland. Een mooi gezicht vanaf de hoger gelegen Great Taste Trail. Een met goede smaak gekozen parcours.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten