zaterdag 20 april 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (52); vis

10/03
Om 07.00 uur meld ik me bij B&B-host Taroi om samen te gaan vissen in ‘the harbour’. Hij blijkt de afgelopen nacht twee keer opgestaan te zijn voor het prepareren van het aas en het voer.

Het overvalt me een beetje als de motorboot uit de garage wordt gehaald. De haven, ‘the harbour’ blijkt de naam van de lagune achter het huis. Niks houten pieren met dito balustrade: we gaan het water op. Mmm, not really my cup of tea. Toch? Zwemvest aan. 

Even later ploegt de motorboot Moanarua (Twee Zeeën) zich door een geul tussen de branding links en die aan de rechterkant. Drie kilometer voor de kust gaan we voor anker. Taroi meldt onze positie bij de kustwacht. Het is hier 20 m diep en de sensor heeft vis gedetecteerd. Deze trekt bij opkomend tij, nu dus, richting kust. We doen stukken halfbevroren aas aan de twee haken van de onderlijn en beproeven ons geluk. 

Het uitzicht is naar alle kanten prentbriefkaart mooi. Whale Island aan de ene en White Island verderop aan de andere zijde. En voor we het in de gaten hebben, moet Taroi slaan: een flinke vis. Voor hij het beest boven heeft, gaat het van de haak. Taroi zal er deze ochtend nog een aantal keren op terugkomen. Dan halen we kort achter elkaar een aantal flinke exemplaren binnen. 
Als het te rustig wordt, gaan we twee km verder liggen waar een school vissen aan de oppervlakte jaagt. Een korte tijd krijgen we het druk, waarbij Taroi onverbiddelijk de te kleine exemplaren (in mijn ogen best flinke jongens) terug laat gooien/gooit.
Taroi meldt ons onder dankzegging af bij de kustwacht en we gaan met 1,5 m vis (een kahawai en twee rode snappers) naar de wal. Ruim voldoende voor een avondmaal met vier personen.

Na een duik in de Stille Oceaan (met waterboard) informeren we in Whakatane bij het VVV naar de mogelijkheden om White Island te bezoeken. Vanmorgen was dit eiland vanuit de boot goed te zien. Kenmerkend is de witte wolk stoom die uit de krater rijst. Het blijkt dat er pas op woensdag a.s. plaats is op de ferry. Daarmee houdt het op. Dit kan ook op de lijst van ‘Doen We De Volgende Keer’. Tien weken in NZ is onlangs de lengte van de tijd, te kort om ‘alles’ te zien. Is ook goed. We doen het met de video die bij het VVV in een zijruimte wordt gestart.

White Island kreeg deze naam van kapitein Cook in 1769; de Maori’s gebruiken Whakaari. Het is dezelfde Cook geweest die de naam Bay of Plenty muntte. Hij zag dat er hier veel prachtige dorpen en tuinen waren. Die zijn er nog steeds in dit stuk van die baai. 

B&B-host Taroi bereidt om 19.00 uur de filets van de verse vis op de bbq. Miria en ik tekenen voor de rest van de maaltijd. Het wordt opnieuw een lekker en aangenaam samenzijn. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten